FAMILIE WETERINGS

Hoofdstuk VIII

 

 

O

p 8 maart 1748 luiden de kerkklokken en klinken de kanonschoten na de geboorte van Willem Batavus, de zoon van Willem IV en zijn vrouw Anna van Hannover. Die blijken van blijdschap zijn niet in overeenstemming met de waardering voor Willem IV. De economische toestand in de Republiek is na de Oostenrijkse successieoorlog slecht. De middenstand en de kleine burgerij verwachten een oplossing daarvoor van de prins, die nu vrijwel de macht van een monarch heeft. Anderen hebben het misverstand dat hij een eind gaat maken aan de regentendictatuur. Weer anderen zijn ontevreden over de uitzuigerij door de belastingpachters, zijn tegen de overtollige te dik betaalde ambten van de regenten en eisen medezeggenschap. Hier en daar worden pachtershuizen in puin geslagen, zoals in Amsterdam. In de daaruit voortvloeiende volksopstand vallen 108 doden. Willem komt naar Amsterdam, stuurt vier regenten de laan uit maar benoemt de nieuwe uit de rijke koopmanslui, waardoor er niets verandert. Elders in het land laat Willem de orde herstellen door zijn leger. Het gewone leven keert terug, maar bij het gewone volk, dat van oudsher prinsgezind is, heeft Willem het verbruid. Hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk (1718-1788), Duits militair en diplomaat, ex-maarschalk van het Oostenrijkse leger, komt naar de Republiek om het verlopen leger te reorganiseren en treft een janboel aan bij zowel het leger als de vloot. De prins zal eindelijk met daden moeten komen, maar overlijdt op 22 oktober 1751. De genegenheid die hij aanvankelijk genoot, is overgegaan in kille verachting. De verwachtingen die men van hem had, heeft hij nooit waar kunnen maken. Prinses Anna wordt de gouvernante voor Willem Batavus.

            In de Oostenrijkse Nederlanden is Karel van Lotharingen, de zwager van Maria Theresia, landvoogd. Hij bestuurt het land met zachte hand en is geliefd bij het volk. De landbouw bloeit op, de industrie komt op gang, wegen worden aangelegd en kanalen gegraven. Dit alles tot ergernis van Engeland en de Republiek. Door de snelle vooruitgang in de andere landen valt de geringe vooruitgang in de Republiek extra op. De goederenhandel waarin dit land bijna een monopoliepositie had, maakt plaats voor de geldhandel.

            In 1756 wil Oostenrijk zich met de steun van Rusland en Polen wreken op Pruisen voor het verlies van Silezië. Frankrijk kiest de zijde van Oostenrijk, waarop Engeland de zijde van Pruisen kiest. De Republiek blijft neutraal om oorlogsgoederen aan Frankrijk te kunnen leveren. Als in 1763 de vrede wordt gesloten in dit geschil, is Engeland weer een aantal koloniën rijker. De Republiek mag niet mopperen, want de oorlog heeft de handel weer laten opbloeien.    Na de dood van Anna in 1759 is de hertog van Brunswijk voogd geworden van Willem Batavus, Willem V. Er verandert niets in de Republiek, ze zwalkt door de jaren heen. De geldhandel floreert, de rijken blijven rijk maar beleggen hun geld liever in het buitenland, waardoor de armoede onder het gewone volk steeds verder toeneemt. Hervormingen en vernieuwingen maken geen enkele kans.  In 1766 aanvaardt Willem V op achttienjarige leeftijd de regering. Als zwakst  begaafde van alle Oranjes staat hij voor een taak die zijn draagvermogen verre overtreft. In 1767 huwt hij de zestienjarige Wilhelmina van Pruisen. De wereld gonst in deze tijd van de vernieuwende gedachten. Thomas Paine verkondigt dat een eerlijk man méér voor de samenleving betekent dan honderd ge­kroonde schurken en Rousseau pleit, dan al, voor gelijke rechten voor man en vrouw. Als Louis XVI in 1774 tot koning van Frankrijk wordt gekroond, treffen hij en zijn vrouw Marie Antoinette een ontevreden adel, een verdeelde kerk, een rijke burgerij die medezeggenschap eist en een onrustige grauwe massa.In de Oostenrijkse Ne­derlanden ontplooit zich een democratische hervormingspartij. Gevoed door buiten­landse lectuur beginnen in de Republiek mensen uit de gegoede burgerij (de massa speelt nog niet mee) zich te verenigen onder de verzamelnaam “patriotten”. Ze wen­sen meer medezeggenschap en proberen van de weinig wakkere prins Willem V af te komen. In Amerika heeft men genoeg van de zware belastingplicht aan Enge­land. In 1776 roept men in een congres van dertien kolo­niën te Philadelphia de onaf­hankelijkheid uit. Onder aanvoering van George Washington breekt de vrij­heidsoorlog tegen Engeland uit. Na een bezoek van Benjamin Franklin , de eerste gezant van Amerika, aan Versailles, melden veel Franse edelen en landgenoten zich als vrijwilliger voor de onafhankelijkheidsstrijd. De Amerikaanse rebellen wekken veel sympathie. Frankrijk en Engeland raken daarop in 1778 in oorlog. In de Republiek voelen de prinsgezinden niets voor de Amerikaanse opstand, omdat het stadhouder­schap nog steeds wordt ondersteund door Engeland. De patriotten, zelf slaaf en re­bel geweest, zijn vóór de rebellen in Amerika. Eenheid is in de Republiek weer ver te zoeken. Als in 1779 driehonderd handelsschepen naar Frankrijk varen, wachten de Britten ze op en brengen het grootste deel naar Engelse havens. Een storm van protest treft vooral Willem V. Als Amsterdam in 1780 buiten medeweten van de Staten-Generaal een handelsverdrag naar Amerika stuurt, wordt dit document bij toeval door Engeland buitgemaakt. Om uitleg gevraagd door de Britten weet Willem niet wat hij moet doen en doet daarom maar niets. Uiteindelijk leidt dit tot een oorlogsverklaring in 1780, de vierde oorlog tussen Engeland en de Republiek (1780-1784).

            Nu Engeland in oorlog is met Frankrijk, Spanje en de Amerikaanse rebellen, denkt de Republiek dat ze de Engelsen wel een lesje kunnen leren. Ze vergeten dat de meeste oorlogsbodems niet zeewaardig zijn. De handel valt vrijwel helemaal stil, omdat Engeland ieder in en uitvarend schip in beslag neemt. Ze nemen ook voor veertig miljoen gulden handelswaar in beslag op St. Eustatius en vallen Sumatra en Bengalen binnen. Met hulp van Frankrijk kan de Republiek nog net Kaap de Goede Hoop behouden evenals Ceylon en Java. Willem V krijgt de schuld dat er geen oorlogsvloot is, hoewel de gewesten de versterking van de vloot steeds zelf hebben tegengewerkt. In 1781 gaat dan toch een konvooi van zeventig koopvaarders de zee op onder begeleiding van enkele oorlogsbodems. De Britten wachten ze bij Doggersbank op en na de nodige schoten over en weer deinzen de Engelsen terug. Ook het konvooi moet gehavend terug naar de haven. Niettemin wordt de slag bij Doggersbank gevierd als een overwinning, omdat de Republiek niet heeft verloren!

            Op aandringen van het gewest Holland wordt een goed verdrag met Frankrijk gesloten en wordt de Amerikaanse republiek erkend. De patriotten nemen de onafhankelijkheidsverklaring van de Amerikanen over: “Bij het volk berust de hoogste macht. De vorst en de wettige overheden zijn slechts dienaren van de volkswil”. Met volk bedoelen ze dan de laag van gegoede burgers en niet de grote massa van arbeiders. Ze richten vrijkorpsen op als tegenhangers van de schutterijen die oranjegezind zijn. De tegenstellingen in de Republiek spitsen zich weer toe. Ondertussen onderhandelt Engeland met de Fransen, de Spanjaarden en de Amerikanen. De Afgezanten van de Republiek staan daarbij als machteloze toeschouwers aan de kant. Engeland dicteert de vredesvoorwaarden: Megapatnam in India is blijvend voor de Britten en ze hebben voortaan vrije vaart in de gehele Indische archipel. Onder deze voorwaarden komt de vierde Engelse oorlog ten einde op 20 mei 1784 met de vrede van Parijs.

 

Het leven in Breda, Oosterhout en Dongen gaat zijn gewone gangetje. In Breda wor­den in 1764 de Lange Stal­len voor 264 paarden in steen herbouwd. In 1766 brengt Willem V zijn enige bezoek aan Breda en in dat zelfde jaar begint de bouw van het huidige stadhuis door Philip Willem Schonck, die drie panden samen­voegt. Tussen 1773 en 1774 laat Willem V het kasteel opknappen, waarbij het arse­naal van René van Chalon wordt gesloopt. Drie jaar later herkrijgt Breda zijn status van grensvesting. Verder is Staats-Brabant nog steeds niet vertegenwoordigd in de Staten-Generaal. De overwegend katholieke bevolking is voor de belijdenis van hun geloof aangewezen op hun schuilkerken, omdat hun eigen kerken nog immer in bezit zijn van de protestanten. De nieuwe bewegingen, zoals de patriotten, spelen vooral een rol in de rest van de Republiek.

 

Onze volgende voorvader Wilhelmus Johannes Weiteringhs is op 30 oktober 1722 in Klein Dongen geboren en in Dongen gedoopt. Op 32-jarige leeftijd trouwt hij op zondag 10 februari 1754 te Dongen in de kerk met Anna Johanna Ansems, geboren in Dongen rond 1725. In het doop-,trouw- en begraafboek 1747-1758 van de rooms katholieke kerk in Dongen staat hij nog genoteerd onder bovenstaande naam. Niettemin moet hij in het wereldse leven al bekend hebben gestaan als Willem Jan Weterings of kort na zijn huwelijk die naam hebben aangenomen, evenals zijn broers Petrus Jan en Adriaan Jan Weterings. Bovendien staan al zijn kinderen te boek als Weterings. Met zijn vrouw Anna leeft Willem Jan als landbouwer in Klein Dongen en samen krijgen zij daar de volgende kinderen:

1.      Johanna Weterings, geboren op16 december 1754 te Klein Dongen en daar ongehuwd overleden op 22 oktober 1775.

2.       Adriana Weterings, geboren op 25 november 1755 te Klein Dongen en daar overleden op 22 juli 1756.

3.       Cornelis Weterings, geboren op 7 september 1757 te Klein Dongen en daar overleden op 29 april 1758.

4.       Catharina Weterings, geboren op 30 maart 1759 te Klein Dongen en daar overleden op 26 juli 1759.

5.       Adrianus Weterings, geboren op 13 juli 1760 te Klein Dongen en daar overleden op 2 augustus 1760.

6.       Catharina Weterings, geboren op 11 februari 1762 te Klein Dongen en daar overleden op 1 april 1762.

7.       Petrus Weterings, geboren op 30 april 1763 te Klein Dongen en daar overleden op 9 september 1765.

8.       Maria Weterings, geboren op 22 november 1764 te Klein Dongen en daar overleden op 9 september 1765.

9.       Adrianus Weterings, geboren op 19 april 1766 te Klein Dongen en ongehuwd overleden in Oosterhout op 4 januari 1828.

10.   Catharina Weterings, geboren op 2 juli 1768 te Klein Dongen. Zij trouwt op 21 mei 1797 met Adriaan Cornelis van Hees uit Tilburg en krijgt met hem drie kinderen tussen 1798 en 1803. Adriaan sterft te Dongen op 26 september 1826, gevolgd door Catharina op 3 maart 1834.

 

Anna Johanna Ansems overlijdt te Klein Dongen op 12 december 1771. Van haar tien kinderen heeft ze er dan al zeven moeten begraven, van wie Petrus en Maria op dezelfde dag. Het is niet duidelijk geworden waaraan deze grote kindersterfte is te wijten. Mogelijk is er, gezien het toch ook vroege overlijden van moeder Anna, sprake geweest van een genetische afwijking.

            Willem Jan blijft achter met een dochter van bijna 17 jaar, een zoon van 5 jaar en een dochter van 3 jaar. Ongetwijfeld zal dochter Johanna de verzorging van de twee kleine spruiten op zich hebben genomen. Op 12 september 1773 hertrouwt Willem Jan te Dongen op 51-jarige leeftijd met de 22-jarige, op 22 juli 1751 te Dongen geboren Helena Jan Joosen. Samen krijgen zij nog de volgende kinderen:

11.  Anna Weterings, geboren op 3 juni 1775 te Klein Dongen. Op 3 mei 1801 trouwt zij te Dongen met Johannes Franciscus van Pelt. Als zij in 1810 naar Tilburg verhuizen om zich daar als landbouwers te vestigen, hebben zij drie kinderen. Anna overlijdt te Tilburg op 23 oktober 1846.

12.  Jan Willem Weterings, geboren op 24 september 1777 te Klein Dongen. Hij trouwt op 25 november 1810 te Oosterhout met de aldaar op 8 augustus 1781 geboren Maria Adriana van de Noort. Samen bewonen zij een hofstede annex tapperij aan de Groenendijkse Haven onder Oosteind. Jan Willem koopt zich vrij van militaire dienst in het leger van Napoleon door een vervanger aan te stellen, namelijk Pierre Kooremans, een dagloner uit Oosterhout. Door het lot, nummer acht, was Jan Willem op 5 oktober 1813 aangewezen om dienst te nemen bij de 128ste compagnie van de garde der kustwachten, maar Jan Willem koopt Pierre in als vervanger voor de som van 317 francs en 46 centimes contant bij de overeenkomst en een som achteraf van 423 francs en 28 centimes, te betalen per trimester in een bedrag van 52 francs en 92 centimes voor de duur van maximaal vijf jaar en twee maanden. Jan Willem en Maria krijgen zeven kinderen, zes dochters en één zoon. Deze zoon Cornelis Weterings, geboren op 22 oktober 1816 en overleden op 11 januari 1861, heeft een zoon voortgebracht van wie evenwel geen verdere gegevens bekend zijn. Jan Willem overlijdt op 14 februari 1846 te Oosterhout en zijn vrouw Maria volgt hem op 31 mei 1852.

13.  Embertus Weterings, geboren op 7 augustus 1780 te Klein Dongen en daar gestorven op 19 oktober 1780.

14.  Embrecht Weterings, geboren op 29 september 1782 te Klein Dongen, onze volgende voorvader.

15.  Cornelia Weterings, geboren op 14 juli 1786 te Klein Dongen. Zij trouwt op 1 augustus 1813 te Dongen met landbouwer Dingemans Theunen en krijgt vijf kinderen. Ze overlijdt te Dongen op 16 oktober 1837, haar man op 25 december 1846.

16.  Petrus Weterings, geboren op 7 mei 1790 te Klein Dongen. Hij trouwt op 19 november 1820 te Dongen met Maria Snoeren,op 26 april 1798 geboren te Loon op Zand. Hij wordt grutter in Dongen, maar overlijdt daar op 4 april 1827. Hij laat een dochter achter die een jaar na hem overlijdt en twee zonen die ongehuwd blijven. Zijn vrouw Maria hertrouwt op 25 juni 1828 en overlijdt te Dongen op 12 september 1844.

17.  Cornelis Weterings, geboren op 6 maart 1794 te Klein Dongen en daar ongehuwd overleden op 15 juli 1816.

Ondanks zijn grote productiviteit in kinderen – zijn laatste zoon krijgt hij op 71-jarige leeftijd – zijn Willem Jan tijdens zijn leven al negen kinderen ontvallen. Van de overige acht kinderen, van wie vijf zonen, heeft alleen zijn zoon Embrecht, onze voorvader, voor voortzetting van de stamboom kunnen zorgen. Willem Jan overlijdt op 12 juli 1795 te Klein Dongen. Zijn vrouw Helena is dan vierenveertig jaar, maar is niet hertrouwd. Ze blijft wonen in hun boerderij te Klein Dongen, waar in die tijd niet meer dan tien boerderijen staan. Ze overlijdt aldaar op 25 maart 1819.

 

Stamboomgegevens:

I.                     Adriaen, geboren circa 1400

II.                   Merten Adriaen, geboren circa 1435

III.                  Adriaen Merten Adriaens, geboren te Made rond 1470 en gestorven tussen juni 1535 en januari 1537 te Oosterhout

IV.               Peter Adriaen Mertens, geboren rond 1500 te Oosterhout en aldaar gestorven in 1561

V.                 Jan Peter Adriaen Martens, geboren in 1536 of iets eerder in Oosterhout en daar gestorven tussen 25 maart en 6 mei 1591

VI.               Seben Jans Watrings, geboren in 1583 te Oosterhout en daar gestorven op 18 februari 1629

VII.              Denis Sebrecht Weterinx, geboren op 28 januari 1623 te Oosterhout en daar gestorven in februari 1696

VIII.            Sebrecht Denis Weyteringhs, geboren op 6 augustus 1653 te Oosterhout en daar gestorven op 22 november 1728

IX.               Jan Sebrecht Weiteringhs, geboren op 9 mei 1688 te Oosterhout en overleden te Klein Dongen op 25 april 1745

X.                 Willem Jan Weterings, geboren op 30 oktober 1722 te Klein Dongen en daar overleden op 12 juli 1795

 

 

 

Piet Weterings

Rijen, 10 november 2004

           

2005(C) Marcel Weeterings, all rights reserved.